Wanneer heb je een gezond gewicht? Diëtiste Marinda Vis vertelt hoe je erachter komt.
Het hebben van een gezond gewicht is niet zo vanzelfsprekend als we denken. Er kan namelijk ook sprake zijn van ondergewicht of van overgewicht. Overgewicht zien we steeds vaker voorkomen in de Westerse samenleving. Maar ook kan overgewicht komen door een ziekte, net zoals ondergewicht. Maar wanneer heb je nou een gezond gewicht en wanneer is er sprake van over- of ondergewicht?
BMI, ofwel body mass index, kijkt naar je gewicht in verhouding tot je lengte. Er wordt gekeken of er sprake is van ondergewicht, een gezond gewicht of overgewicht. Je BMI kan je uitrekenen met behulp van een formule. Hiervoor heb je je lengte en gewicht nodig. Je gewicht (in kilogram) deel je door je lengte (in meters) in het kwadraat.
Stel iemand weegt 65 (kg) en heeft een lengte van 1,70 (m). Deze persoon heeft dan een BMI van 22,5. Want: 65 * 1,702 = 22,5
Bij een BMI van 22,5 is er dus sprake van een gezond BMI.
BMI is niet altijd een goede graadmeter. Iemand met een hoge spiermassa kan namelijk een stuk zwaarder wegen. Hierdoor kan er als we naar de BMI van deze persoon kijken sprake zijn van overgewicht. Dit is dan echter niet het geval.
Naast de BMI kan ook de middelomtrek een handige graadmeter zijn om te bepalen of er sprake is van een gezond gewicht. De middelomtrek geeft aan in welke mate zich lichaamsvet rondom de buik bevindt. Vet rondom de buik brengt verschillende gezondheidsrisico's met zich mee.
Ondergewicht Om er achter te komen wat jouw middelomtrek is, heb je een meetlint nodig. Zoek dan je onderste rib en de bovenkant van je bekken. Vervolgens zoek je het middelpunt tussen deze twee punten. Leg het meetlint op dit middelpunt en meet je middelomtrek door rustig uit te ademen en naar voren te kijken.
Zoals eerder besproken is er van ondergewicht sprake bij een BMI onder de 18,5 en een middelomtrek kleiner dan 68 centimeter.
Voor sommige mensen is het heel lastig om op gewicht te blijven, ondanks dat ze veel eten. Aankomen is dan ook vaak een stuk moeilijker dan afvallen. De stofwisseling gaat namelijk een stuk sneller. Dit betekent dat het lichaam sneller alles wat gegeten en gedronken is, verbrandt. Niet alleen kan er sprake zijn van ondergewicht omdat de stofwisseling zo snel is. Er kan ook sprake zijn van een ziekte, waardoor bijvoorbeeld minder gegeten kan worden.
Wanneer er sprake is van overgewicht, hebben we het over een BMI van 25 of hoger en een middelomtrek van 80 centimeter of meer. In de Westerse samenleving zien we overgewicht steeds vaker voorkomen. We hebben ook zoveel keus in de supermarkt en daarnaast zijn er genoeg fastfoodketens. Met een druk leven daarnaast en een samenleving waar veel van ons wordt verwacht, kan het gezonde leven er wel eens bij inschieten. Helaas neemt het risico op bepaalde welvaartsziekten toe bij overgewicht. Zo kan men suikerziekte krijgen of klachten aan het hart en de bloedvaten.
Wanneer er sprake is van ondergewicht of overgewicht en het lukt niet om aan te komen of om af te vallen, kan het handig zijn hulp in te schakelen. Een diëtist kan bijvoorbeeld tips geven over je voeding en een weekmenu voor je maken.
Andere artikelen in deze categorie